KATERINA PAPADOPOULOU & ANASTATICA - ANÁSTASIS

 

Als je, Griekse zangeres zijnde, mag samenwerken met Domna Samiou, op tournée mag gaan met Jordi Savall en met het ensemble L’Arpeggiata en tussendoor ook nog een leerstoel “zang” bekleedt aan de universiteit van Athene, dan bén je echt iemand. Katerina Papadopoulou deed en doet het allemaal en voor wie de Griekse hedendaagse folk een beetje volgt, is dat allerminst een verrassing. Katerina is namelijk niet alleen een zangeres, maar een zangeres die moeiteloos laveert tussen de verschillende genres van de volksmuziek. Heet inlevingsvermogen en stembeheersing zijn simpelweg onvergelijkelijk en dat ze ons nu komt verblijden met een project als deze “Anastasis” -het betekent zoveel als “verrijzen” of “wederopstanding”- kan alleen maar bijdragen tot een nog grotere roem en faam en vooral: het legt, voor al wie na haar komt, de lat alweer een pak hoger. De liederen op deze plaat beschrijven een denkbeeldige reis door de Helleense tijd en ruimte. Hoofdpersonage is de “Roos van Jericho”, een plant uit het Midden)Oosten, die na het regenseizoen, haar bladeren afgooit, helemaal uitdroogt en haar takken ineenrolt tot een harde bal. Zo ziet ze er dood uit, maar de zaadjes binnenin worden volledig beschermd door dat omhulsel en die toestand kan verschillende jaren duren. Zodra de plant weer bevloeid wordt, ontkrult ze haar takken, laat de vruchten vrij, die dan openbarsten en hun zaadjes in het rond strooien.

Met dit gegeven en songs vanuit Klein-Azië, de Egeïsche regio, Macedonië, Pontus en het “Grecanico” -uiterste zuiden van Italië, ging Katerina ergens in maart 2020, bij het prille begin van de Covid-pandemie, aan de slag in het Baumstrasse-theater in Athene en zette zij, met de hulp van een rist toppers uit de Griekse folk van vandaag, een spektakel neer, dat zij de ondertitel “a journey through Old Greek Music” doopte. Daarbij gaat het haast altijd om liederen -en soms dansen- die een wat sluimerend bestaan, maar die, als je wat nader toekijkt en -luistert, kennelijk in het diepste binnenste van de Griek zijn blijven leven. U snapt meteen de link naar de Roos van Jericho, al vereist de plaat voor een doorsnee luisteraar als ik, ook weleens wat opzoekingswerk om een aantal van de beelden, die opgeroepen worden, ook te kunnen plaatsen binnen het verhaal. Dat verhaal begint met een oud volksverhaal uit Smyrna, waarin de terugkeer van Odysseus diende als basis voor een vertelling over een reiziger die na heel lange tijd weer thuiskomt. Daarna krijg je een lied uit de Macedonische regio, waarin verteld wordt hoe een patrijs een nest bouwt bovenop een rozenstruik en hoe de af- en aanvliegende jongen telkens rozenblaadjes laten neerdwarrelen op de bruidsjurk van de jonge vrouw die passeert.

De liederen worden afgewisseld met bijpassende dansen, die vaak gelegenheidscomposities waren, zoals de hymne voor de Ikariaanse wijn of de uit Thracië afkomstige “syngathistos”-dans en het tafellied uit dezelfde regio, waarin veertig stoere krijgers, die op het punt staan naar de oorlog te vertrekken, toch eerst hun moeder om haar zegen komen vragen. Ook al van ginds, komt de “zonaradikos” dansstijl, die in “Croon” voorgesteld wordt, terwijl de “Bagpipe Dance” dan weer uit Macedonië komt, net als de “Blue-Hen Pigeon”, die er aan gekoppeld is en waarin de duif symbool staat voor de jonge vrouw die tot heel hoog en ver over de bergen vliegt om haar geliefde te vinden. Het verhaal van Yannis uit Pontus en zijn ontmoeting met de gevreesde draak kent een verrassende afloop, als blijkt dat Yannis’ vrouw veel straffer is in het bevechten van draken dan hijzelf. Even wordt de oversteek gemaakt naar zuidelijk Italië, waar een klein groepje mensen een taal spreekt, dat een mix blijkt te zijn van Oud-Grieks, Oud-Byzantijns Grieks en Italiaans. Dat wordt dan weer gevolgd door een tarantella die bekend in de oren klinkt en je leert in het boekje waar dié naam vandaan komt. Afgesloten wordt met Hebreeuwse wiegenliedje “Numi Numi”, waarmee de Roos van Jericho in slaap gezongen wordt en de cirkel gerond wordt en dat we niet lang gelden gebruikt hoorden worden in de redelijk fantastische theaterinstallatie “Numi Yaldati” van Fien Leysen.

Toeval bestaat dus niet, zoveel is duidelijk: deze plaat komt precies op tijd en ze staat, wat mij betreft, symbool voor de wederopstanding, waar we hopelijk binnen niet al te lange tijd met z’n allen deel zullen gaan van uitmaken. Fantastische muzikanten, een topzangeres en een selectie van prachtige liederen en dansen. Kan een muziekliefhebber zich een beter samenspel van deelfactoren wensen? Ik dacht het niet!

(Dani Heyvaert)

 


Artiest info
Website  
 

label: Saphrane Records
distr.: Music & Words

video